Max en de Maximonsters

Voor het gemak hou ik in dit blog even de titel van de Nederlandse vertaling aan: Max en de Maximonsters dus. Vertaling is misschien wat veel eer want zoals het een goed prentenboek betaamt draait het om de illustraties. Maar toch even wat gegevens om een indruk te geven van dit boek.

Cijfers

Het boek telt 37 pagina’s. Op die 37 pagina’s staan 10 zinnen, die in de Amerikaanse versie 338 woorden bevatten. De opbouw van het boek ziet er als volgt uit. De eerste 16 pagina’s bevatten op de linkerpagina steeds een paar regels tekst en op rechterpagina staat een illustratie. Dan volgen 6 pagina’s waarop steeds de illustratie over de breedte van het boek is uitgesmeerd. Dan komen we bij het hart van het boek: 6 pagina’s met alleen maar illustraties. Vervolgens komen er weer 2 illustraties over 2 pagina’s uitgesmeerd en 2 keer links en tekst en rechts een illustratie. Vervolgens eindigt het boek met een linkerpagina met een tekst zonder dat daar een illustratie langs staat. Het is jammer dat ik jullie het boek niet kan laten zien want de illustraties zijn werkelijk prachtig en zullen de fantasie van menig kind hebben geprikkeld. Dat blijkt ook wel uit de verkoopcijfer. In totaal zijn er 19 miljoen exemplaren van dit klassieke prentenboek over de toonbank gegaan, waarvan 10 miljoen in de Verenigde Staten.

Waar gaat het verhaal over?

Om die vraag te kunnen beantwoorden, zal ik het verhaal kort samenvatten. Het draait om het jongetje Max. Nadat hij zijn wolvenpak heeft aangetrokken haalt hij in huis allerlei kattenkwaad uit. Daarom stuurt zijn moeder hem naar zijn kamer. Door Max’ boosheid op zijn moeder verandert zijn kamer op mysterieuze wijze in een jungle en even later bevindt hij zich aan zee waar een boot voor hem klaar ligt. Daarmee vaart hij naar een land waar de Maximonsters blijken te wonen (Where the wild things are). Max temt de Maximonsters die hem tot hun koning uitroepen. Een feest volgt maar Maxi begint zich te vervelen en keert terug naar huis, waar in zijn kamer zijn eten op hem wacht.

Toch weer een avonturenboek

Hoewel we hier dus te maken hebben met een prentenboek volgt het verhaal duidelijk de wetten van het avonturenverhaal. Max is een held, hij maakt een reis. Aan het einde van die reis komt hij tegenstanders tegen die hij onderwerpt. Als beloning wordt hem het koningschap toebedeeld, maar uiteindelijk kiest de koning ervoor terug te keren naar huis waardoor hij zijn onderdanen opnieuw verslaat en wacht hem thuis een een nog grotere beloning in de vorm van van genegenheid doordat hij er zijn nog warme avondeten vindt.

De monsters uit dit verhaal – al werden ze in het Engels iets milder wild things genoemd – passen ook helemaal in het avonturenverhaal. Monsters zijn daarin geliefde tegenstanders, denk bijvoorbeeld aan De Griezels of aan de andere reuzen in De GVR, beide van Roald Dahl.

Ook de rol van Max’ moeder past – net als die van moeder Klinkhamer in de Kameleon-reeks – helemaal in het genre: zorgzaam en daardoor vervelend voor de hoofdpersoon. En volgens Hourihan wordt het begin van het avontuur vaak veroorzaakt omwille van of door vrouwen. En dat is hier duidelijk het geval.


Dit is het tweede deel in een reeks over prentenboeken en Max en de Maximosters van Maurice Sendak.

Max en de Maximonsters: prentenboeken

Intro

Vorig jaar juni overleed Maurice Sendak op 83-jarige leeftijd. Het bericht viel me op omdat ik de naam Sendak kende van mijn studie en ik kende ook de titel van zijn bekendste prentenboek. Het boek dat hem beroemd maakte. Dat was Max en de Maximonsters. Het verscheen oorspronkelijk in 1963 als Where the wild things are en de Nederlandse vertaling verscheen in 1968. Ik was Where the wild things are tijdens het schrijven van mijn afstudeerscriptie tegengekomen en het had ook mijn belangstelling getrokken, maar het kwam er niet van om het te lezen. Nadat van zijn overlijden hoorde, heb ik boek – in Nederlandse vertaling – snel aangeschaft. En de de komende week wil ik het over dit boek gaan hebben.

De rol van het prentenboek

Mijn bespreking van Max en de Maximonsters wil ik aangrijpen om wat uitgebreider in te gaan op de betekenis van het prentenboek bij de ontwikkeling van leesvaardigheid bij jonge kinderen. De personages uit prentenboeken die hun worden voorgelezen en waar zij naar kijken zijn immers de eerste literaire jeugdhelden waarmee zij kennismaken, ook al kunnen ze dat later misschien niet altijd herinneren.  Soms ook maakt een prentenboek juist wel een blijvende indruk. Over de rol van het prentenboek valt dus wel het nodige te zeggen.

Nederlandse prentenboeken

Ook zal ik deze week kijken naar het Nederlandse prentenboek. In 2010 werd op de Dag van de Literaire Jeugdhelden namelijk Kikker uit de gelijknamige prentenboekenserie van Max Velthuijs benoemd tot de ultieme literaire jeugdheld van Nederland. Meer informatie over die dag is hier te vinden. Dus prentenboeken maken duidelijk indruk op lezers. Ik zal proberen de vraag naar hoe dat komt te beantwoorden. Hopelijk kan ik dat staven met voorbeelden van bekende Nederlandse illustratoren.

Max en de MaximonstersWhere_The_Wild_Things_Are_(book)_cover

Het is al laat op de avond als ik dit schrijf dus ik hou het blog voor vandaag iets korter. Ik wil zonder al te diep op de inhoud in te gaan al wel enkele aspecten van Max en de Maximonsters belichten. Zowel de (korte) teksten uit het boek als de prachtige en soms paginavullende kleurenillustraties zijn van de hand van Maurice Sendak. Het verhaal lijkt enigszins op het bekende Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans. Het verhaal heeft daarnaast wel iets weg van een sprookje, maar je kunt het ook prima lezen als een avonturenverhaal. En dat laatste was overigens de reden dat ik het boek tijdens mijn studie tegenkwam.

Morgen meer.


Dit is het eerste deel in een reeks over prentenboeken en Max en de Maximosters van Maurice Sendak.

De Kameleon: auteurs en series

Tot slot van dit vierluik over de Kameleon kijk ik nog even kort naar de serie en de auteur. In de titel van deze blogpost heb ik meervoud gebruikt om dat de serie na het overlijden van auteur H. de Roos in 1991 voortgezet is door andere auteurs en er zelfs een spin-off kwam van de reeks.

Hotze de Roos

De reeks is bedacht door Hotze de Roos (1909-1991). Hij schreef het eerste deel in 1948. Hij wilde het boek de titel Sietse en Hielke, de belhamels van de dorpssmid geven. Op aandringen van Uitgeverij Kluitman werd dat De schippers van de kameleon.

Hotze de Roos was een Friese timmerman die als als gevolg van de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw in het Noord-Hollandse Krommenie kwam te wonen en werken. Van beroep was hij timmerman en schrijven aan nieuwe delen van de Kameleon deed hij in het weekend. Zijn werk speelde echter wel een belangrijke rol bij het tot stand komen van de boeken. Hij had namelijk altijd een opschrijfboekje bij zich en als een van zijn collega’s een grap maakte, schreef hij die gauw op. Op die manier kwam hij aan veel grappen van Gerben Zonderland. Volgens Paul Steenhuis, die het boek Helden zonder zee schreef over de Kameleon-serie en haar auteur, liet Hotze de Roos Gerben Zonderland in een later deel van de reeks trouwen waarna hij veel minder prominent in de boeken voorkwam. Dit zou alles te maken hebben met het feit dat hij De Roos na zijn pensionering niet meer lukte om voldoende grappen te bedenken voor Gerben. In totaal schreef Hotze de Roos zestig verhalen in de Kameleon-reeks. Het laatste verhaal van zijn hand was De Kameleon maakt het helemaal, dat in 1991 verscheen.

Andere auteurs

Na het overlijden van H. de Roos verschenen er drie delen geschreven door P. de Roos. Dit bleek het pseudoniem te zijn van Piero Stanco, de directeur van Uitgeverij Kluitman Alkmaar, die de boeken publiceerde. Ook heeft hij een aantal boeken van H. de Roos herschreven om het taalgebruik wat eigentijdser te maken. Bij veel fans riep dit echter weerstand op en men besloot snel de boeken weer in hun oorspronkelijke vorm uit te geven, in de reeks Klassieke uitvoering.

Daarnaast zijn nog drie deeltjes geschreven door Fred Diks (schrijver van de reeks Koen Kampioen)  en door twee door Joost Nauta (onder het pseudoniem van J. de Roos).

De Kameleon junior

Voor een iets jonger publiek dan de oorspronkelijke Kameleon-reeks schreef Fred Diks tot nu toe acht delen in de reeks De Kameleon junior.

Illustratoren

De bekendste illustrator van de Kameleon-serie is natuurlijk Gerard van Straaten. (1924-2011). De oorspronkelijke illustraties van deel 1 zijn echter van de hand van Pol Dom, deel 2 en 3 werden geïllustreerd door Herman Giessen, waarna Van Straaten het stokje overnam en deel 4 t/m 59 illustreerde. De eerder beschreven vernieuwingspoging leidde voor de laatste drie deeltjes tot een nieuwe illustrator: Ruud Hameeteman. Hij verving ook illustraties van Van Straaten in sommige boeken. In de Klassieke uitvoering staan echter weer de illustraties van Van Straaten.

De Kameleon junior-serie ten slotte wordt geïllustreerd door Harman van Straaten, een neef van Gerard.

Meer lezen?

De Kameleon-reeks is nog steeds in druk – hoewel vaak als printing-on-demand en iets duurder – dus mocht je nieuwsgierig zijn geworden dan hoef je niet per se antiquarische boekenmarkten af te struinen, waar ze overigens ook nog goed te vinden zijn, hetgeen niet verwonderlijk is omdat er volgens de uitgever in totaal meer dan 13.miljoen exemplaren zijn verkocht.

Een deel van de info in deze blogpost zijn herinneringen aan het lezen van het al genoemde Helden zonder zee van Paul Steenhuis uit 1998.

ENCYCLOPAEDIA CHAMAELEONIANA Alle boeken, personen en nog veel meer over de  63 boek van H. en P. de Roos.

Wat vonden jullie nu van de Kameleon?

Ik ben natuurlijk razend benieuwd wat jullie van deze serie vinden. Laat vooral hieronder een reactie achter.


Dit is het slot van een vierluik over de Kameleon-reeks van Hotze de Roos.

De Kameleon: rechtschapen helden zonder zee

Wat erg opvalt aan De Kameleon schiet te hulp – zeker als volwassen lezer – is dat het verhaal erg conventioneel is. En dat is ook weer een kenmerk van het avonturenverhaal. Die zijn normbevestigend, of conservatief. En dat geldt ook voor dit verhaal.

Dat de normen en waarden die naar voren komen in een avonturenboek niet wereldschokkend of afwijkend van de gangbare opinie zijn, heeft een functie. Dat geeft het verhaal herkenbare kaders en dat is iets waar met name jongen lezers behoefte hebben. Zij willen zich graag in kunnen leven in het verhaal en daar speelt een overzichtelijke wereld een belangrijke rol bij.

Het conservatieve in dit verhaal – en vermoedelijk uit de hele reeks, ik hoor het graag als iemand dit kan ontkrachten – ligt onder andere in de hang naar rechtvaardigheid en autoriteit. Alle ‘goede’ personages hebben het grootst mogelijke respect voor veldwachter Zwart en zij steken hun bewondering voor hem niet onder stoelen of banken. En als Gerben de autoriteit van de burgemeester aantast door zich bij een aantal mensen als hem voor te doen, krijgt Gerben meteen op z’n donder van Zwart. Later blijkt de burgemeester tot opluchting van Gerben een schappelijke kerel omdat hij hem steunt bij zijn plannen met café De Vriendschap, dat Gerben geërfd heeft en dat uitgebaat gaat worden door de familie Haan.

Autoriteit, maar wel een aaibare variant daarvan,  is dus van belang. Daarnaast speelt de al genoemde rechtvaardigheid een belangrijke rol in dit verhaal. De boodschap uit dit verhaal is eigenlijk goed samengevat door de titel van het boek. En misschien had het ook wel een gebiedende wijs kunnen zijn. Dat je elkaar steunt en helpt waar mogelijk zodat iedereen datgene krijgt waar hij door zijn gedragingen recht op heeft, ligt er niet duimendik op, maar vormt zo’n logische lijn voortkomend uit de wetten van het genre, dat het pas op zou vallen als het slecht zou aflopen met de helden uit het verhaal. Dit gegeven verklaart voor een groot deel de populariteit van het genre bij lezers. Dit geldt overigens niet alleen voor boeken voor kinderen, maar ook voor avonturenverhalen – en detectives – voor volwassenen.

De helden of de held?

De tweeling Hielke en Sietse zijn de helden uit dit verhaal. Zij zijn niet veel ouder dan lezers uit de doelgroep en dit maakt de identificatie een stuk eenvoudiger. De volwassenen in het boek hebben een duidelijk dienende rol ten opzichte van de jongelui. Degene die nog het dichtst bij Hielke, Sietse, Louw en Kees staat is nog de boerenknecht Gerben. Zijn grappen en grollen geven hem iets jeugdigs en hij gaat van de volwassenen ook het meest met de jongeren om.

Maar is de echte held niet de boot, de Kameleon? Eigenlijk wel want het is de snelle boot – dat de boot snel is, komt in het boek meermaals naar voren – die veel van de avonturen uit de boeken mogelijk maakt. En de serie is niet voor niets naar de Kameleon genoemd.

Zonder zee

Dat een boot een belangrijke rol speelt in deze serie, maakt dat het aansluit bij een lange Nederlandse traditie, namelijk die van de verering van de zeehelden uit de vaderlandse geschiedenis. Alleen zijn de wereldzeeën die Piet Hein en Michiel de Ruyter bevoeren in de Kameleon-reeks beperkt tot de meren rond het fictieve Friese dorp Lenten. Dat maakt de verhalen wel zo overzichtelijk, wel varende helden, maar toch de herkenbare thuissituatie met een vader en een moeder om op terug te vallen.


Dit is het derde deel van een vierluik over de Kameleon-reeks van Hotze de Roos.

De Kameleon schiet te hulp als avonturenboek

Het avonturenverhaal

De boeken uit de Kameleon-serie zijn natuurlijk avonturenverhalen. De term jongensboeken vind ik minder passend omdat door boeken te kwalificeren als jongensboeken de suggestie wordt gewekt dat ze alleen door jongens zouden worden gelezen, of – nog erger – alleen voor jongens zouden zijn bedoeld. En dat lijkt me allebei  absoluut niet het geval. Veel jongensboeken worden ook door meisjes gelezen, meer dan andersom, lijkt mij. Maar als iemand met argumenten kan onderbouwen dat net zo veel jongens meisjesboeken lezen als dat er meisjes zijn die jongensboeken lezen, dan hoor ik dat graag. Mijn voorkeur gaat dus uit naar de term avonturenverhaal.

Kenmerken van het avonturenverhaal

In de vakliteratuur die ik voor mijn eindscriptie bestudeerde is veel te vinden over het genre avonturenverhaal. Deels gaat die over de geschiedenis van het avonturenverhaal, maar daar kom ik later nog wel eens over te spreken. Een ander deel van de vakliteratuur over avonturenverhalen probeert uiteraard het genre te definiëren. Een belangrijk onderdeel van avonturenverhalen is dat ze worden bevolkt door helden. Helden die een reis maken, een tegenstander verslaan en aan het einde van het verhaal een beloning krijgen. En het verhaal staat vol binaire tegenstellingen. De held tegenover de schurk en de held is goed terwijl de schurk slecht is. De held denkt rationeel na, de schurk is juist irrationeel. Enzovoorts. Dit is in het kort een typering van het heldenverhaal. Meer is te vinden in het eerste hoofdstuk van mijn eindscriptie en nog meer in het boek Deconstructing the hero van Margery Hourihan.

De Kameleon schiet te hulp als avonturenverhaal

Dit verhaal voldoet op een aantal punten aan de kenmerken van het avonturenverhaal terwijl het op andere punten juist afwijkt. In de eerste plaats kent de Kameleon-reeks twee duidelijke helden in Hielke en Sietse Klinkhamer. Maar een echte tegenstander heeft de tweeling niet in dit verhaal. Dat verhaal draait om het vinden van een geschikt huis voor de familie Haan. Dat huis dient zich al snel aan in de vorm van een café dat Gerben heeft geërfd. Het café blijkt echter te worden gebruikt door een bende die brandkasten steelt.

Hier lijkt dus sprake te zijn van tegenstanders, maar de tegenstanders worden niet verslagen door de jonge helden, maar door veldwachter Zwart. Hielke en Sietse spelen bij de ontmaskering van de bende nauwelijks een rol en dan alleen nog maar als ondersteuning van Zwart.

Een reis maken de gebroeders Klinkhamer ook niet echt. Ze varen veel in hun Kameleon en daarmee schieten ze mensen te hulp, vandaar waarschijnlijk de titel, want er wordt veel geholpen in het boek. Niks ten nadele van het boek, maar ik ben nu natuurlijk een volwassen lezer en dan lees je toch anders dan wanneer je tot de doelgroep behoort. Evengoed vond ik het een leuk, daar niet van, maar het viel me nu bijvoorbeeld dat het dertien regels tellende tekstje op de achterkant van het boek eigenlijk het hele verhaal samenvatte. Ik dacht dat die tekstjes een inleiding op het verhaal moesten zijn, geen samenvatting.

Vrouwen in de Kameleon

Er waren dus al wat afwijkingen ten opzichte van het archetype avonturenverhaal. Toch is er nog een punt waarin dit verhaal helemaal aan Hourihans omschrijving van het avonturenverhaal voldoet. Volgens Hourihan (en anderen) spelen vrouwen namelijk een ondergeschikte rol in avonturenverhalen en als ze een rol spelen dan is dat die van zorgzame moeder (moeder Klinkhamer, mevrouw Haan in dit verhaal) of die van schurk. Denk aan de tegenstelling man-vrouw en de man is de held, dus is de vrouw een schurk. En laat nou net in de verhaal de bende brandkastkrakers worden geleid door twee vrouwen die typistes werkzaam waren op kantoren en dus konden wijzen waar de kasten stonden…


Dit is het tweede deel van een vierluik over de Kameleon-reeks van Hotze de Roos.

De Kameleon schiet te hulp

Intrtoductie

Afgelopen zomer liep ik al met het idee voor deze site. Ik claimde de domeinnaam, sprak er met een aantal mensen over en kreeg zo wat nieuwe ideeën. Die ideeën schreef ik ook al op in een nieuwsbrief die ik naar wat vrienden stuurde. Die nieuwsbrief is nu de pagina Over literaire jeugdhelden geworden. En daarna werd het stil.

Totdat eind januari Peter Pellenaars met #50books kwam. Wat een geweldig initiatief. En zijn eerste vraag was: Welk boek heeft in je vroegste jeugd de meeste indruk op je gemaakt? De vraag riep gezien het aantal reacties vele dierbare herinneringen op aan jeugdboeken. Ook bij bij mij, trouwens. Dat en het feit dat ik bij het beantwoorden van de #50books vragen met net zo veel plezier over boeken schrijf als tijdens mijn studie heeft mij doen besluiten om toch maar eens een blog te installeren op deze site.

Wat ik nu precies wil met dit blog is mij nog niet geheel duidelijk. Het idee dat ik nu heb is dat ik wekelijks een klassieker uit de Nederlandse of internationale jeugdliteratuur ga bespreken. Hoe veel blogs ik per boek nodig denk te hebben, weet ik nog niet. Dat laat ik gewoon afhangen van hoe veel inspiratie het boek mij oplevert. En ik wil ook overeenkomsten tussen boeken gaan bekijken. Maar vijf of zes blogs per boek lijkt me toch wel het maximum omdat ik dus elke week één boek wil bespreken. Geen idee of het gaat lukken, maar ik weet wel dat nog steeds plezier beleef aan het lezen van jeugdboeken en dan niet alleen om sentimentele redenen.

De Kameleon schiet te hulp

Het eerste boek dat ik voor deze website (her)las was De KameleonKameleon20 schiet te hulp. Ik dacht dat ik van de Kameleon-reeks maximaal tien boeken had gelezen. Maar ik opende het boek op de pagina met de titellijst en telde dat ik er twintig had afgevinkt en dus moet ik er minimaal zo veel hebben gelezen. Verbazingwekkend, zeker omdat geen van de boeken mij is bijgebleven. Ik kon me geen details meer herinneren. De boeken hebben duidelijk minder indruk gemaakt dan de Arendsoog- en de Biggles-reeks die ik een aantal jaren later las.

Toch was ook van de Kameleon-boeken toch wel een beeld blijven hangen. De snelheid van de Kameleon, de eerlijkheid van Hielke en Sietse Klinkhamer, dat hun vader smid was, de humor van Gerben. Verder herinnerde ik me natuurlijk veldwachter Zwart en Kees Dijkstra, de zoon van de molenaar. Dat hij graag at, wist ik niet meer. Maar hem wist ik me toch nog te herinneren, wat niet gezegd kan worden van Louw Vrolijk. Die was uit mijn geheugen verdwenen.

Dat De Kameleon schiet te hulp niet het meest complexe boek is dat ik ooit heb gelezen, moge duidelijk zijn. Maar dat hoeft ook helemaal niet voor boeken die bedoeld zijn voor kinderen tussen de acht en twaalf. Zelfs nu ik het als volwassenen herlas, moest ik er regelmatig om glimlachen. Nu kwam dat deels doordat het verhaal niet meer modern is, om het mild uit te drukken. Maar het verhaal viel me eigenlijk niet tegen, gezien de kritische beschouwingen die jeugdseries ten deel zijn gevallen. Op dat laatste punt kom ik zeker later nog eens terug.

Morgen meer over De Kameleon schiet te hulp.


Dit is het eerste deel van een vierluik over de Kameleon-reeks van Hotze de Roos.