Ingrediënten van een sprookje

Vandaag heb ik er maar eens een studieboek bij gepakt. De verhalen in Heksen en zo van Annie M.G. Schmidt werden op dbnl getypeerd als sprookjes. Het genre is proza, jeugdliteratuur en het subgenre is sprookje(s), verhalen. Dat Heksen en zo proza en jeugdliteratuur is en dat het subgenre verhalen is dat zal ik niet ontkennen. Maar of de verhalen ook sprookjes zijn, dat betwijfel ik. Ja, er zitten sprookjesachtige elementen en (sommige van) de verhalen kun je daarom sprookjes nemen. Bij andere twijfel ik echter

Reden om er een oud studieboek bij te pakken

En wel Discourse studies (Jan Renkema, 1993). We gebruikten het boek voor het college Communicatiewetenschap, dat ook door Jan Renkema werd gegeven. Erg interessant vak, boeiend boek, waar later nog een uitgebreidere versie van verscheen. Maar dat geheel terzijde. Waarom ik het boek erbij heb gepakt is omdat het een beschrijving bevat van de theorie over sprookjes van Vladimir Propp. Hij bestudeerde honderd sprookjes en kwam tot de conclusie dat ze – hoewel ze aan de oppervlakte misschien heel gevarieerd lijken – ze in wezen allemaal een zelfde patroon volgen.

Wat is dan dat patroon?

Dat patroon bestaat uit 31 elementen. Ik ga ze hier niet opnoemen, maar voor de geïnteresseerde, ze staan hier in de Engelstalige Wikipedia biografie van Propp. Om het wat overzichtelijker te maken zijn 31 elementen ook in vier stappen te definiëren. En wel de volgende:

  1. Voorbereidingen (stap 1 t/m 7);
  2. Een complicatie (stap 8 t/m 11);
  3. Een ontwikkeling (vanaf stap 12);
  4. De afloop (een trouwerij; en ze leefden nog lang en gelukkig.).

Maar je toch meer nodig in een verhaal?

Ja, je hebt inderdaad ook personages nodig in een sprookje. Volgens Propp zijn er zeven type personages. Ook die staan in de eerdergenoemde Engelstalige biografie beschreven dus ik noem ze hier slechts kort.

  1. De slechterik;
  2. De dispatcher (boodschapper, degene die de held op pad stuurt);
  3. De magische helper
  4. Prinses of persoon naar wie men op zoek is;
  5. de donor
  6. De held
  7. De valse held.

Let wel, één personage kan meerdere rollen op zich nemen en niet alle rollen komen in ieder sprookje voor.

Kritiek op Propp

Onderzoekers hebben Propp verweten dat hij ‘naar zijn model’ heeft geïnterpreteerd en dat in werkelijk lang niet al zijn 31 punten in ieder sprookje voorkwamen, laat staan in die vaste volgorde. Desondanks gaf het model een aanzet tot een systematischer bestudering van sprookjes.

Wat ik er zelf mee wil?

Het lijkt mij aardig om een aantal van de verhalen van Schmidt langs die lijst van 31 elementen en de van de zeven personagetypes te leggen. Niet dat ik punten wil gaan tellen om te bepalen of het daadwerkelijk sprookjes zijn, maar ik wil wel kijken hoe de verhalen werken. Het waarom van een werkend verhaal, dat boeit me bijna net zo als het verhaal zelf. En daar kan theorie bij helpen.

De verhalen van Annie M.G. Schmidt

Een Annie M.G. Schmidt-week: de druk, een intro

Wat mij in eerste instantie een goed idee was, keerde zich al snel tegen mij. Ik dacht met het aankondigen van een Annie M.G. Schmidt week mezelf een mooie stok achter de deur te geven in mijn streven dagelijks te bloggen. Dat lukte al meteen bij de eerste blogs – rond haar versjes – niet en voor de blogs rond haar verhalen werd het steeds moeilijker. Ik had voor de verhalenbundel Heksen en zo gekozen omdat deze op dbnl stond en ik daardoor meteen een wat minder bekend werk van Schmidt te pakken had.

Maar ik wilde pas beginnen met bloggen als ik alle verhalen had gelezen. En daar ging het mis. Het bundeltje telt weliswaar maar honderdveertig pagina’s, verder dan een aantal verhalen kwam ik maar niets. Grappig vond ik de verhalen wel, maar steeds kwam er iets tussen waardoor ik Heksen en zo niet uitlas. Dagen werden weken en het is nu zes weken en een dag geleden dat ik mijn vorige blog schreef, dat ook nog eens tot vanavond in concept bleef staan en pas net online verscheen.

Heb ik er nog wat van geleerd?

Geen …-weken meer aankondigen. Natuurlijk zal ik best nog eens een schrijver eren wegens een nieuw boek of juist zijn of zoveelste verjaardag of verscheiden, maar dan zonder poeha als de week van… Dat werkt voor mij niet. Wat wel werkt is WordPress openen en beginnen met schrijven. Dus neem ik me voor om WordPress zo vaak mogelijk te openen. Dan komt het met bloggen wel weer goed, want lezen en daarover schrijven vind ik nog steeds ontzettend leuk en literaire jeugdhelden zijn er genoeg.

Dit was toch een blog over jeugdboeken?

Ja, daar heb je helemaal gelijk in, dus na deze lang uitgevallen intro nog kort iets over het boek. Heksen en zo verscheen in 1964 en bevat vijftien korte verhalen. Eigenlijk zijn het sprookjes, ondanks dat niet alle verhaaltjes met het traditionele “Er was eens…” beginnen. Een aantal overigens wel. De illustraties zijn van de hand van Charlotte Dematons. De verhalen lijken mij geschikt voor lezers vanaf ongeveer 10 jaar, maar ik wat dat betreft geen specialist dus ik zal de komende dagen kijken of ik daar via internet meer zekerheid over kan geven.

Wat ik ook wil proberen is te achterhalen of de verhalen misschien van een typische Annie M.G. Schmidt-handtekening zijn voorzien.

Heb ik je met dit korte verhaaltje toch nieuwsgierig gemaakt?

Dan kun je Heksen en zo hier zelf lezen.