De Kameleon schiet te hulp

Intrtoductie

Afgelopen zomer liep ik al met het idee voor deze site. Ik claimde de domeinnaam, sprak er met een aantal mensen over en kreeg zo wat nieuwe ideeën. Die ideeën schreef ik ook al op in een nieuwsbrief die ik naar wat vrienden stuurde. Die nieuwsbrief is nu de pagina Over literaire jeugdhelden geworden. En daarna werd het stil.

Totdat eind januari Peter Pellenaars met #50books kwam. Wat een geweldig initiatief. En zijn eerste vraag was: Welk boek heeft in je vroegste jeugd de meeste indruk op je gemaakt? De vraag riep gezien het aantal reacties vele dierbare herinneringen op aan jeugdboeken. Ook bij bij mij, trouwens. Dat en het feit dat ik bij het beantwoorden van de #50books vragen met net zo veel plezier over boeken schrijf als tijdens mijn studie heeft mij doen besluiten om toch maar eens een blog te installeren op deze site.

Wat ik nu precies wil met dit blog is mij nog niet geheel duidelijk. Het idee dat ik nu heb is dat ik wekelijks een klassieker uit de Nederlandse of internationale jeugdliteratuur ga bespreken. Hoe veel blogs ik per boek nodig denk te hebben, weet ik nog niet. Dat laat ik gewoon afhangen van hoe veel inspiratie het boek mij oplevert. En ik wil ook overeenkomsten tussen boeken gaan bekijken. Maar vijf of zes blogs per boek lijkt me toch wel het maximum omdat ik dus elke week één boek wil bespreken. Geen idee of het gaat lukken, maar ik weet wel dat nog steeds plezier beleef aan het lezen van jeugdboeken en dan niet alleen om sentimentele redenen.

De Kameleon schiet te hulp

Het eerste boek dat ik voor deze website (her)las was De KameleonKameleon20 schiet te hulp. Ik dacht dat ik van de Kameleon-reeks maximaal tien boeken had gelezen. Maar ik opende het boek op de pagina met de titellijst en telde dat ik er twintig had afgevinkt en dus moet ik er minimaal zo veel hebben gelezen. Verbazingwekkend, zeker omdat geen van de boeken mij is bijgebleven. Ik kon me geen details meer herinneren. De boeken hebben duidelijk minder indruk gemaakt dan de Arendsoog- en de Biggles-reeks die ik een aantal jaren later las.

Toch was ook van de Kameleon-boeken toch wel een beeld blijven hangen. De snelheid van de Kameleon, de eerlijkheid van Hielke en Sietse Klinkhamer, dat hun vader smid was, de humor van Gerben. Verder herinnerde ik me natuurlijk veldwachter Zwart en Kees Dijkstra, de zoon van de molenaar. Dat hij graag at, wist ik niet meer. Maar hem wist ik me toch nog te herinneren, wat niet gezegd kan worden van Louw Vrolijk. Die was uit mijn geheugen verdwenen.

Dat De Kameleon schiet te hulp niet het meest complexe boek is dat ik ooit heb gelezen, moge duidelijk zijn. Maar dat hoeft ook helemaal niet voor boeken die bedoeld zijn voor kinderen tussen de acht en twaalf. Zelfs nu ik het als volwassenen herlas, moest ik er regelmatig om glimlachen. Nu kwam dat deels doordat het verhaal niet meer modern is, om het mild uit te drukken. Maar het verhaal viel me eigenlijk niet tegen, gezien de kritische beschouwingen die jeugdseries ten deel zijn gevallen. Op dat laatste punt kom ik zeker later nog eens terug.

Morgen meer over De Kameleon schiet te hulp.


Dit is het eerste deel van een vierluik over de Kameleon-reeks van Hotze de Roos.